De misdienaar helpt de priester bij de heilige Mis. Vóór het begin van de Mis wachten de misdienaars in de sacristie tot het tijd is om te beginnen. Zij hebben de kleren van de misdienaar dan al aan. Dat is voor de misdienaars een rode en voor de acolieten (de grotere misdienaars) een zwarte toga met hierover een wit kleed, de superplie.

Om de mensen in de kerk te laten weten dat de Mis begint klinkt er een bel. Ook aan het einde van de Mis wordt deze bel geluid, zodat de mensen in de kerk weten dat het afgelopen is.

Tijdens het voorlezen van het Evangelie staan de misdienaars vaak aan weerskanten van de ambo, dat is de leestafel waar het Evangelieboek op ligt en zij hebben daarbij een kandelaar in de hand.

Wanneer de priester het altaar klaarmaakt, brengen de misdienaars de spullen die nodig zijn. Zoals de kelk, de communieschalen en de kannetjes met water en wijn.

De consecratie, het moment waarop het brood en de wijn veranderen in het lichaam en bloed van Jezus, is een heel plechtig moment. Alle misdienaars knielen en vragen de mensen in de kerk dat ook te doen door te rinkelen met belletjes.

Je ziet dat een misdienaar niet alleen maar op een stoeltje zit tijdens de Mis, maar echt zijn steentje bijdraagt. Fijn dat er jongens en meisjes zijn die bij ons misdienaar willen zijn!

Bij de communievoorbereiding worden alle aanstaande communicanten gevraagd om minstens één keer de priester te helpen tijdens de Heilige Mis. Vind je dit fijn om te doen? Dan kun je vaker komen, je krijgt dan iedere maand een overzicht wanneer je mag komen helpen.