De parochiefederatie Heilig Hart van Jezus is gelegen in de wijken Grasbroek- Musschemig-
Schandelen (GMS) en Meezenbroek-Schaesbergerveld- Palemig (MSP).

Grasbroek- Musschemig-Schandelen (GMS) ligt ten noorden van het stadscentrum. Het gebied
achter het station van Heerlen kent een rijke historie als het gaat om afgebroken locaties en
gebouwen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het terrein van de mijn Oranje Nassau I, maar ook het
hoofdkantoor van de LTM. Andere kenmerkende locaties zijn nog altijd de lange witte flats aan de
spoorsingel en het Hoppenhof. Het Maankwartier, in ontwikkeling, zal weer een ander beeld geven
aan de horizon van GMS.
Aan de westzijde wordt de wijk begrensd door de Kloosterweg, aan de noordzijde door de
Wickraderweg, aan de oostzijde door de Palemigerboord en de Schandelerboord (langs de
Caumerbeek) en in het zuiden door de spoorlijn met station Heerlen.
De wijk bestaat uit vier buurten:

  •  Musschemig in het noordwesten
  • Grasbroek in het noorden
  • Hoppersgraaf in het zuiden
  • Schandelen in het zuidoosten


Schandelen
was van oudsher een agrarische wijk. Te Schandelen werd rond 1550 de
Schandelermolen gebouwd. Aan het eind van de 19e eeuw zou dat allemaal veranderen met de
aanleg van de eerste particuliere steenkoolmijn, de Oranje Nassau mijn I. Na de aanleg van de mijn
werden al snel woningen gebouwd. In 1914 werden er in het oude kleine gehucht Schandelen 42
woningen gebouwd en in 1917 kwamen hier nog eens 70 woningen bij ten behoeve van de
mijnarbeiders. Aan de rand van Schandelen lag aan het begin van de 20e eeuw de steenfabriek
Beckers-Koten.

De kolonie Musschemig, gebouwd in de periode 1900 – 1918, maakte samen met de koloniën
Leenhof I en Leenhof II onderdeel uit van de eerste drie koloniën die gebouwd werden door de
Oranje Nassau Mijnen. Het ontwerp is sterk beïnvloed door Duitse stedenbouw en lijken op de
arbeiderswijken in Essen.


Meezenbroek-Schaesbergerveld- Palemig (MSP)
ligt ten noordoosten van het stadscentrum. Aan de
westzijde wordt de wijk begrensd door de Schandelerboord (langs de Caumerbeek) en
Palemigerboord, aan de noordzijde door de Euregioweg, aan de oostzijde door de Euregioweg en in
het zuiden door de spoorlijn van de Heuvellandlijn.
De wijk bestaat uit vier buurten:

  • Palemig (in het noorden)
  • Burettestraat en omgeving (in het westen)
  • Meezenbroek (in het midden en westen)
  • Schaesbergerveld (in het zuiden)

De buurten worden van elkaar gescheiden door de Caumerbeek, Palembergerbeek en
Limburgiastraat.

Kasteel Meezenbroek is de oude oorsprong van deze wijk, maar van dit kasteel resteren nog enkel
wat fundamenten en een poortgebouw. Rond 1920 mochten de socialistische coöperatie Glück Auf
en de Protestants-Christelijken Voorzorg beginnen met het bouwen van een nieuwe ‘kolonie’ ten
behoeve van de huisvesting van de vele mijnarbeiders. Ondanks de protestants-christelijke
aanwezigheid kreeg de jonge wijk de bijnaam ‘de roeë kòlonie’ (de rooie wijk) dit kwam mede door
het ontbreken van de ‘katholieke’ huizen en de grote hoeveelheid aan socialistisch georiënteerde
mijnwerkers die er woonden.


Palemig
kent, net als zoveel arealen met vruchtbare grond in deze omgeving, een voorgeschiedenis
van Romeinse bewoning. Over Palemig in deze periode en gedurende vrijwel de gehele
middeleeuwen is weinig bekend. Pas in de 16e eeuw vinden we schriftelijke bewijzen van
verpachting van leengoederen te Palemig. Van 1640 tot 1958 hoorde Palemig tot het grondgebied
van gemeente Schaesberg.
Tot aan de 20e eeuw is Palemig een agrarische buurt. Palemig is, in tegenstelling tot veel
buurtschappen en dorpen in de omgeving, niet veranderd in een mijnwerkerskolonie. Gedurende de
gehele 20e eeuw is op vrij grote schaal aan zilverzandwinning gedaan.

bronnen:
http://www.rijckheyt.nl/
http://www.heerlenvertelt.nl/